RADIO WITLOOF

LUISTERT NU 24 OP 24 NAAR RADIO WITLOOF (BONHEUR), ons eigen piraten-radiostationneke.

Want we gaan voorbij aan geluid, chaque heure - RADIO WITLOOF (BONHEUR).

Dagelijkse programmatie

TOFFE plaatjes kunt gij aanvragen bij diverse uitzendingen door 'n maileke te sturen naar: radio@witloof.nl.


ZWART-WIT LOOF TV

De meest opmerkelijke bewegende beelden van België, elken' dag verse nieuwe herbewerking…

Panamarenko Workstation Biekorfstraat

20.10.2013

Biekorfstraat 2
Het atelier van Panamarenko als artistiek monument


In het voorjaar van 2013 vindt de opening plaats van het Panamarenkohuis in de Biekorfstraat 2 in Antwerpen. Na jaren van ontmanteling, verbouwing en herinrichting, zal het publiek eindelijk kunnen kennismaken met de bijzondere inhoud en architectuur van het historische pand. Gezien de fragiliteit van dit verborgen stukje cultureel erfgoed, wordt de publieke openstelling gespreid over verschillende weken, zelfs maanden. Op die manier wil het M HKA alle geïnteresseerden de mogelijkheid bieden om in alle rust en exclusiviteit het pand te ontdekken.

Het artistieke parcours dat Panamarenko vanaf de jaren 60 tot vandaag heeft afgelegd, is internationaal gekend. Dat het merendeel van zijn oeuvre tot stand kwam in zijn atelier annex woonhuis in de Antwerpse Biekorfstraat 2, is minder geweten. Nochtans is deze artistieke biotoop net zo bijzonder als het oeuvre van de kunstenaar zelf.

Panamarenko woonde en werkte meer dan dertig jaar in het merkwaardige hoekhuis in de beruchte volksbuurt Seefhoek. Na zijn vertrek uit de stad in 2002, schonk hij het pand aan het M HKA en werd gestart met de ontmanteling en renovatie van het pand. De artistieke uitbating, gekoppeld aan het verzorgen van publieksevenementen, is in handen van de vzw Panamarenko Collectief.

Tussen 2007 en 2010 werd het pand structureel verbouwd en gerestaureerd. Op inhoudelijk vlak werd de volledige inboedel geïnventariseerd, beschreven en gefotografeerd. Het resultaat hiervan verscheen als integrale inventaris in het lijvige boek 'Workstation Biekorfstraat' dat in 2010 verscheen bij Linkeroever Uitgevers onder redactie van Hans Willemse, de coördinator van het Panamarenkohuis in dienst van het M HKA, en lid van het Panamarenko Collectief. Tegelijk met de structurele renovatie van het pand door het M HKA, financierde het Panamarenko Collectief de installatie van een imposant helikopterplatform boven de nok van het dak, waardoor het huis gestaag evolueerde van authentieke kunstenaarswoning naar een artistiek monument.

De laatste fase van de transformatie bestond erin - in 2012 - om het pand authentiek te herinrichten met de talloze objecten, materialen en artefacten die er aanvankelijk werden aangetroffen. Niet zonder trots zal het M HKA vanaf begin 2013 het monument publiek openen, waardoor de bezoeker zal kunnen vaststellen dat niets van het technische universum van de kunstenaar verloren is gegaan - integendeel. Het heringerichte pand is de blijvende getuige van een boeiend artistiek avontuur dat voortleeft in de collectie van het M HKA.

Bezoek modaliteiten:
De indeling van het huis en vooral de fragiliteit van de inboedel laat geen grote aantallen bezoekers toe. Toch zal het mogelijk zijn om vanaf de zomer van 2013 het Panamarenkohuis te bezoeken. Er zal wekelijks een kleine groep van maximaal 8 personen toegelaten worden, die een gepersonaliseerde rondleiding krijgen. Tijdig reserveren via de website van het M HKA is een must. De online ticketing-service is operationeel vanaf april 2013. De toegangsprijs bedraagt 150 euro per groep.

met panamarenko de wereld rond

20.10.2013

Introfilm van het cultuureducatief project rond Panamarenko. KHLeuven 2010-2011 2BaLO 1.

Milow - You Don't Know [Live]

20.10.2013

Live in Paradiso, Amsterdam 2009

Le prince Laurent ne paye pas les glaces !!

19.10.2013

Vandaag verjaart: Prins Laurent

Laurens Benedikt Boudewijn Maria [Brussel, 19 oktober 1963], Prins van België, tegenwoordig ook in het Nederlands bij zijn Franse naam Laurent [Laurent Benoît Baudouin Marie] genoemd, is het derde kind van Albert II, Koning der Belgen, en koningin Paola.

Prins Laurent werd geboren op 19 oktober 1963. Zijn peetouders waren baron Bettino Ricasoli Firidolfi en prinses Sophie van Beieren. Tot de jaren 1990 was hij derde in lijn om de troon te bestijgen, maar door een grondwetswijziging, die de Salische wet afschafte, werden ook vrouwen troonopvolger en ging prinses Astrid hem in de opvolgingslijn voor.

Laurent werd opgeleid aan de Koninklijke Militaire School [1983-1985] en behoort tot de 123e Promotie "Alle Wapens". Hij is houder van de brevetten helikopterpiloot en duiker van de Marine. Bij de Zeemacht heeft hij de graad van Kapitein-ter-Zee.

In 1994 werd hij voorzitter van het Koninklijk Instituut voor het Duurzame Beheer van de Natuurlijke Rijkdommen en de Bevordering van Schone Technologie [KINT]. De organisatie werd in september 2009 opgeheven. Sinds 1995 is hij voorzitter van de Stichting Prins Laurent voor het welzijn van huisdieren en wilde dieren. Sinds 1996 is hij erevoorzitter van het Nationaal Orkest van België. Tussen 31 mei 2000 en 21 juli 2013 was hij conform artikel 72 van de Grondwet als kind van de koning der Belgen van rechtswege senator.

De prins werkte zich vooral in beeld als een menselijke prins met veel zin voor humor maar ook vatbaar voor depressies. Ook staat hij bekend om zijn liefde voor dieren en snelle auto's.

In het najaar van 2002 verloofde prins Laurent zich met Claire Coombs, met wie hij op 12 april 2003 in het huwelijk is getreden.

Op 6 februari 2004 beviel zijn vrouw van prinses Louise. Op 13 december 2005 kwamen daar twee prinsjes bij, een tweeling die de voornamen Nicolas en Aymeric dragen. Bij de persconferentie sprak hij de woorden: "Wij hebben nog geen peter, maar ik heb wel een meter" waarop hij een lintmeter uit zijn jasje haalde.


Wagens

Tot eind de jaren 1990 stond prins Laurent bekend als een liefhebber van snelle wagens. Hij werd meermaals betrapt op overdreven snelheid. Zo moest hij in 1987 zijn rijbewijs inleveren vanwege snelheidsovertredingen. Eveneens werd hij voor het VTM-programma Royalty gefilmd terwijl hij zonder gordel achter het stuur zat. Een tijdlang voelde Prins Laurent zich door deze uitzending geviseerd en uitte hij openlijk kritiek op VTM-journalisten.

De regelmatige kritiek op zijn figuur leidde in april 2007 tot een boycot van persfotografen en een cameraploeg . Bij een bezoek aan een Antwerpse dierenkliniek bepaalde hij dat enkel opnamen van zijn vertrek mochten worden gemaakt. De pers, die zich in zijn vrijheid beroofd zag, stapte demonstratief op.

Pierre Alechinsky [Brahms, Symphony No.3 - Poco Allegretto]

19.10.2013

Vandaag verjaart Belgisch kunstschilder en grafisch kunstenaar Pierre Alechinsky [Brussel, 19 oktober 1927].

Alechinsky volgde van 1944 tot 1948 een opleiding in de toegepaste grafische kunsten, (boek)illustratie, typografie en fotografie aan de École nationale supérieure des arts visuels (ENSAV), voorheen de Ecole nationale supérieure d'Architecture et des Arts décoratifs (ENSAAD - la Cambre) (Ter Kameren) te Brussel. Hij ontdekte in 1945 het werk van Henri Michaux en Jean Dubuffet en ontwikkelde een vriendschap met de kunstcriticus Jacques Putman, die verscheidene werken aan Alechinsky wijdde. In 1947 startte hij zijn schildercarrière en sloot hij zich aan bij de Jeune Peinture belge (met onder ander Louis Van Lint, Jan Cox en Marc Mendelson). Dat jaar had hij ook zijn eerste solotentoonstelling te Brussel.

In 1949 sloot hij zich aan bij de Cobragroep. Samen met Christian Dotremont vormde Alechinsky de drijvende kracht achter de Belgische afdeling van Cobra. Samen met de beeldhouwers Olivier Strebelle en Reinhoud was hij ook de organisator van het gemeenschapshuis 'Les ateliers du Marais', dat een trefpunt was voor vele Cobra-kunstenaars. Hij nam deel aan de beide Cobratentoonstellingen, in 1949 en 1951.

De laatste, gehouden in Luik, werd zelfs door Alechinsky georganiseerd. Hij hield zich in deze periode echter dusdanig bezig met de organisatie van allerlei Cobra-evenementen en met de redactie van het tijdschrift van de Cobrabeweging, dat hij zelf zeer weinig produceerde. Zijn productie kwam pas goed op gang na het uiteenvallen van Cobra.

In 1951 vertrok Alechinsky naar Parijs om er bij Stanley William Hayter in het 'Atelier 17' de graveerkunst te bestuderen. Vanaf 1951 helde zijn werk over naar het expressionisme, waar het daarvoor vooral beïnvloed was geweest door het surrealisme. In Parijs maakt hij kennis met kunstenaars als Alberto Giacometti, Bram van Velde en Asger Jorn. In 1954 had hij zijn eerste tentoonstelling te Parijs, in de galerie Nina Dausset. Tijdens de eerste helft van de jaren 50 werd zijn werk steeds vrijer en kan men abstracte aanzetten in de belijning zien.

In 1954 kwam Alechinsky in contact met de Chinese schilderkunst via de Chinese schilder Walasse Ting, die zijn werk sterk zou beïnvloeden. Naast de Chinese was ook de Japanse kunst een belangrijke invloed. Daarnaast begon hij ook een interesse te vertonen voor oosterse kalligrafie. Dit blijkt onder andere uit de documentaire film 'Calligraphie japonaise' die hij in 1955 te Kioto draait. Sinds 1952 onderhield hij trouwens al een correspondentie met de Japanse kalligraaf Shiryu Morita. Op deze manier probeerde Alechinsky een brug te slaan tussen de Oosterse en de Westerse kunst.

Zijn internationale faam groeide gestaag. Alechinsky had zijn eerste grote tentoonstelling in het Museum voor Schone Kunsten te Brussel in 1955. Verder had hij tentoonstellingen in Londen (1958), in de Kunsthalle van Bern (1959), op de Biënnale van Venetië in 1960 in het Belgisch paviljoen, in Pittsburgh en in het Stedelijk Museum van Amsterdam in 1961, in New York en in het Deense Silkeborg (1963). Vanaf de jaren zestig tot vandaag werden over de hele wereld vele tentoonstellingen aan Alechinsky's werk gewijd. In 2000 eerde het PMMK in Oostende hem met een retrospectieve. In 1999 en in 2002 worden Micky en Pierre Alechinsky eregasten in de toenmalige galerieruimte en in het pand "Rossaert' van kunsthandelaar Ronny Van de Velde te Antwerpen.De schilder-fotograaf Guy Donkers portretteert er in 1999 de schilders Pierre Alechinsky en Walasse Ting samen. Eind 2007 tot in het voorjaar van 2008 wijdde het KMSKB te Brussel een retropectieve aan het werk van Pierre Alechinsky, die zo meteen geëerd werd voor zijn tachtigste verjaardag en zijn verdiensten als multidisciplinair kunstenaar.

In 1963 verhuisde hij zijn atelier naar Bougival, dichtbij Parijs, waar André Breton hem kwam bezoeken. In 1965 nam hij deel aan de laatste grote surrealistische tentoonstelling L'Ecart Absolu te Parijs in de galerie de l'Oeil. In 1977 werd Alechinsky onderscheiden met de Andrew W. Mellon-prijs voor zijn aandeel in de moderne kunst. In 1983 werd hij professor in de schilderkunst aan de École des Beaux Arts te Parijs.

In 1994 ontving hij een eredoctoraat van de Vrije Universiteit Brussel. Impressies van Alechinsky's werken werden in 1995 en 2012 uitgebracht als onderwerp op Belgische postzegels. De Franse post gaf in 1985 en vervolgens in 1992 ook postzegels uit met een afbeelding van zijn werk. De Franse postzegels zijn net fijne kunstwerkjes op zich, het is gedrukt in een verfijnde druktechniek (voelbare lijntjes van de etstechniek).

Ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag in 2007 brachten de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België te Brussel hulde aan hem door middel van een overzichtstentoonstelling van zijn 60-jarige carrière.
Alechinsky is ook actief als schrijver. Zo werden zijn teksten gebundeld in De andere hand, in een vertaling van Hugo Claus en Freddy De Vree.


Werk

Alechinsky combineert meerdere technieken in zijn werk. Zo combineert hij aquarel en schetsen. Zijn werk werd in de tweede helft van de jaren 50 trouwens meer bewogen. Hij bracht zijn verf ook steeds dikker op het doek aan. Zijn doeken werden bedekt met massa's verf in groene, blauwe, witte en grijze tinten. Zo bereikt zijn werk in de laten jaren 50 een grotere vrijheid (zowel in vorm als in kleur) en verschijnen er ook fabelwezens in zijn werken.

In de jaren zestig wordt de invloed van de oosterse kalligrafie duidelijk in zijn werk. In 1965 schakelt hij over van olieverf- op acrylschildering, in combinatie met papier dat hij nadien maroufleert op doek. Met zijn eerste acrylschilderij, Central Park, nam hij trouwens deel aan de laatste tentoonstelling van de surrealisten. Vanaf dat ogenblik introduceert hij ook de voor hem typische 'getekende lijsten': reeksen tekeningen die rondom het centrale werk aangebracht worden alsof het gaat om een stripverhaal met in het midden, als voorpagina, de kern, het onderwerp. In sommige werken wordt die omlijsting zelfs belangrijker dan de titelpagina. Een aantal van zijn werken heeft zelfs geen titelpagina meer: het zijn collages van tientallen tekeningen.

Merkwaardig is ook - vanaf de late jaren 80 - de introductie van riooldeksels in zijn werk. Gewapend met papier trekt hij de straat op en maakt een 'doordruk' van het deksel (zoals we als kind een muntstuk op papier doordrukten met een potlood), waarrond hij verder speelt en improviseert.